Landelijke Studentenvakbond

Rapport deeltijdonderwijs mist visie

Persberichten - dinsdag 11 maart 2014

De Landelijke Studenten Vakbond (LSVb) maakt zich zorgen om de toekomst van het deeltijdonderwijs. De commissie Rinnooy Kan wil als experiment de financiering aan hogescholen en universiteiten stoppen, zo werd bekend in het advies dat de commissie vandaag presenteerde. Jorien Janssen, voorzitter van de LSVb. ‘Dit heeft negatieve gevolgen voor studenten, terwijl simpele aanpassingen het deeltijdonderwijs veel aantrekkelijker maken.’ Vorige week overhandigde de LSVb een eigen rapport over het deeltijdonderwijs aan minister Bussemaker.

Volgens de LSVb is deeltijdonderwijs al jarenlang een ondergeschoven kindje. Het omgooien van de financiering zal de situatie alleen maar verslechteren. Wil je als student een deeltijdopleiding volgen, dan moet je bij de overheid aankloppen voor bonnen om je eigen onderwijs in te kopen. Op deze manier kan de overheid bepalen welke opleidingen zij wel en niet wil financieren. Janssen: ‘Opleidingen die niet aansluiten bij de wensen van de overheid worden straks onbetaalbaar. Dat is een enorme beperking in de keuzevrijheid van studenten. Dit zal het deeltijdonderwijs definitief de das om doen.’

Het huidige Nederlandse deeltijdonderwijs sluit al lang niet meer aan bij de wensen van studenten. Het aantal inschrijvingen is de laatste tien jaar gehalveerd, terwijl dit in de landen om ons heen juist toenam. Het is dus de hoogste tijd voor een frisse en kritische blik. Vorige week presenteerde de LSVb een eigen rapport over deeltijdonderwijs: ‘Het nieuwe leren is flexstuderen’. Janssen: ‘In ons eigen rapport geven wij oplossingen die het deeltijdonderwijs wél aantrekkelijker maken. Bijvoorbeeld een nieuwe inschrijfvorm: de flexstudent. Hierbij bepaalt een student zelf voor hoeveel studiepunten hij zich inschrijft en komt de zeggenschap over het studietempo weer bij de student te liggen.’ De LSVb wil dat minister Bussemaker het advies van de commissie Rinnooy Kan naast zich neerlegt en de adviezen van de LSVb overneemt.